7. Werk & economie

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

- Werkzaamheidsgraad van 78.2%, in het Vlaams gewest is dit 76%
- Halle telt 20 963 arbeidsplaatsen op 1 januari 2023.
- De jobratio in Halle bedraagt 81.3, dit is hoger dan het Vlaams gewest (74.1) en de provincie Vlaams-Brabant (71.5)
- Het aandeel langdurig werkzoekenden zonder werk stijgt sinds 2020 maar ligt lager dan het Vlaams gemiddelde
- De regio Halle-Vilvoorde trekt het meest pendelaars aan
- 430 mensen ontvangen leefloon in 2023, 1/3 wordt ook doorverwezen naar jobcoaching
- 156 trajecten tijdelijke werkervaring sinds 2017
- 691 handelspanden en 137 horecazaken
- Dalende tevredenheid over winkelvoorzieningen in Halle
- Stijgend aantal leegstaande handelspanden, 14.2 % in 2023

Inwoners op beroepsactieve leeftijd

Terug naar navigatie - Inwoners op beroepsactieve leeftijd

De leeftijdssamenstelling van de bevolking is vanzelfsprekend van belang voor het aanbod van arbeidskrachten. In 2023 telde Halle 26.616 inwoners van 15 tot 64 jaar die, in theorie alleszins, kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt. In Halle is dit 63,3. De inkleuring van "veel lager" tot "veel hoger" is gebaseerd op z-scores, die een maat geven van hoeveel het gebied afwijkt van het gemiddelde in het vergelijkingsgebied (Vlaams-Brabant 63.1%)

De doorstromingscoëfficiënt geeft een indicatie over de mate waarin potentiële uittreders uit de arbeidsmarkt vervangen kunnen worden door de instroom van jongeren. Deze coëfficiënt is immers de verhouding van de bevolking van 15 tot 24 jaar ten opzichte van de bevolking van 55 tot 64 jaar. Op 01/01/2023 heeft Halle een doorstromingscoëfficiënt van 93,9. Dit wil zeggen dat per 100 personen die in de laatste fase van hun carrière zitten, er 93,9 personen klaarstaan om hun plaats op de arbeidsmarkt in te nemen. In Vlaams-Brabant is dit 87,6.
De activiteitsgraad geeft aan in welke mate de bevolking op beroepsactieve leeftijd actief is op de arbeidsmarkt als werkende of werkzoekende. Deze graad wordt berekend door de beroepsbevolking te delen door de inwoners op beroepsactieve leeftijd.

De activiteitsgraad bedraagt in 2021 75,5% in Halle en 74,0% in Vlaams-Brabant.  
De voorbije decennia bleven mensen steeds langer actief op de arbeidsmarkt, tegelijkertijd studeren jongeren gemiddeld langer. Het is daarom interessant de evolutie van de activiteitsgraad naar leeftijd te bekijken.

De werkzaamheidsgraad wordt vaak gebruikt als verfijning van de activiteitsgraad en is de verhouding tussen het aantal werkenden van 20 tot 64 jaar en het aantal inwoners in diezelfde leeftijdsklasse. In Halle is de werkzaamheidsgraad 78,2%. In het Vlaams gewest is dit 76%.

De werkzoekendengraad geeft het aandeel werkzoekenden zonder werk ten opzichte van de beroepsbevolking. In tegenstelling tot de activiteits- en werkzaamheidsgraad die we eerder zagen, wordt de werkzoekendengraad bekeken voor de 18 tot 64-jarigen. In Halle bedraagt de werkzoekendengraad 5,9% in 2023. In Vlaams-Brabant is dit 5.2%. 47% van de werkzoekenden in Halle heeft een andere origine.

Arbeidsmarkt

Terug naar navigatie - Arbeidsmarkt

De arbeidsplaatsen omvatten de totale werkgelegenheid, namelijk de som van de jobs in loondienst  bij RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) en de zelfstandigen bij RSVZ (Rijksdienst voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen). Om dubbeltellingen zo veel mogelijk te vermijden, wordt, voor deze laatste, enkel de zelfstandige activiteit in hoofdbezigheid meegeteld. Op 1/1/2023 telde Halle 20.963 arbeidsplaatsen: 18.412 jobs in loondienst en 2.551 zelfstandigen in hoofdbezigheid.  

Loontrekkenden en zelfstandigen zijn voornamelijk tewerkgesteld binnen commerciële diensten, respectievelijk 66.7% en 58.9%. Voor loontrekkende is dat in tweede instantie niet-commerciële diensten (25.4%) zoals onderwijs, openbaar bestuur of gezondheidszorg. Voor zelfstandigen is dit in tweede instantie de bouwsector (22.6%).

De jobratio linkt de vraagzijde van de arbeidsmarkt met de aanbodszijde. In de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR) wordt deze ratio berekend als het gemiddeld aantal arbeidsplaatsen per 100 inwoners van 15 tot 64 jaar (jaargemiddelde). 
In Halle bedraagt de jobratio in 2023, 83.1, dit is hoger dan het Vlaams Gewest (74.1) en de Provincie Vlaams-Brabant (71.5).

Halle telt in 2023 18.412 loontrekkende jobs in 803 vestigingen. Mannen voeren 10.220 van deze jobs uit, vrouwen 8.192. De jobs in loondienst kunnen ingedeeld worden volgens arbeidsregime: 11.605 zijn voltijdse jobs, 5.395 deeltijds. Het zijn vooral vrouwen die deeltijds werken. 

Het hebben van werk wordt als één van de belangrijkste beschermende factoren tegen armoede omschreven. Wie werkloos is, heeft een hoger kansarmoederisico.  Binnen de groep werkzoekenden zijn de langdurig werkzoekenden en laaggeschoolde werkzoekenden de meest kwetsbare groep. 

Het aandeel langdurig werkzoekenden zonder werk ligt lager dan het Vlaams gemiddelde. We zien wel een stijging sinds 2020.

Halle telt 971 werkzoekenden. 3.9 % van de inwoners op beroepsactieve leeftijd is werkzoekend. We spreken hier van de werkloosheidsdruk.

Binnen de groep werkzoekenden zijn er enkele risicogroepen: oudere werkzoekenden (10.3%), zeer langdurig (>2 jaar) werkzoekenden (31.1%) en laaggeschoolde werkzoekenden (38.6%).

Woon-werkpendel

Terug naar navigatie - Woon-werkpendel

Het steunpunt werk brengt alle pendelbewegingen in beeld. Opvallend, niet Brussel, maar de regio Halle-Vilvoorde  trekt het meest pendelaars aan. 61.5% (2021) van de werknemers komt van buiten de streek.

Omgekeerd, 61.4% van de inwoners van de regio Halle-Vilvoorde werkt buiten de referentieregio. Enkel in de regio Huy-Waremme zijn er meer uitgaande pendelbewegingen (61.6%)

Andere referentieregio’s tonen een tendens van meer werken in eigen streek, maar in Halle-Vilvoorde is zowel de inkomende als uitgaande pendel intensiteit gestegen sinds 2008.

Verder gaan we in op de specifieke situatie van Halle. Uit de survey van de gemeente-stadsmonitor zien we een daling van het aantal inwoners dat aangeeft in de eigen gemeente te werken. Deze daling is opvallender dan het gemiddelde voor Vlaamse gemeenten.

De inkomende pendel geeft aan in welke mate een gemeente loontrekkenden van buiten de gemeente aantrekt om er te komen werken. Halle is hierbij de plaats van tewerkstelling. We tellen enerzijds het aantal loontrekkenden dat er vanuit andere woongemeenten komt werken (inkomende pendel), anderzijds het aantal loontrekkenden dat woont én werkt in Halle (geen pendel). In Halle werken in 2019 13.153 loontrekkenden die niet in de gemeente wonen, en 4.290 die er wel wonen. 75,4% van de loontrekkenden komt dus van buiten Halle. 

De uitgaande pendel duidt op de mate waarin inwoners hun woongemeente verlaten om elders te gaan werken. Vertrekpunt is nu de woonplaats van de loontrekkende, waarbij wordt aangegeven hoeveel loontrekkende inwoners tewerkgesteld zijn in een andere gemeente (uitgaande pendel) dan wel werken in de eigen woongemeente (geen pendel). In Halle zijn dat er respectievelijk 11.649 en 4.290. Daarmee werkt 73,1% van de loontrekkende inwoners buiten de gemeente. 

Het aantal loontrekkenden dat in een gemeente woont, is logischerwijze niet hetzelfde als het aantal loontrekkenden dat er werkt. Het pendelsaldo duidt op het verschil tussen het aantal inkomende en uitgaande pendelaars in eenzelfde gemeente. Een gemeente met een positief saldo, zoals Halle, kan worden beschouwd als een aantrekkelijke werkplek of economisch belangrijke knooppuntgemeente die voor de invulling van haar werkgelegenheid sterker beroep doet op inwoners van andere, vaak omliggende gemeenten. Bij een negatief pendelsaldo overweegt de woonfunctie van de gemeente. In Halle is het pendelsaldo in 2019 1.504. 

Sociale tewerkstelling

Terug naar navigatie - Sociale tewerkstelling

Er zijn in Vlaanderen heel wat mensen die niet werken, die moeilijk aansluiting vinden op de arbeidsmarkt en die op zoek zijn naar een baan.  Een deel van deze kwetsbare groep wordt begeleid door het OCMW.

Voor sommige cliënten kan activering leiden tot maatschappelijke integratie, maar niet iedereen vindt meteen werk. Vaak moeten eerst andere problemen, zoals verslaving, zware schulden of familieproblemen, worden aangepakt voordat deze mensen kunnen deelnemen aan de maatschappij. Wanneer deze obstakels zijn overwonnen, kan de basiswerker doorverwijzen naar de arbeidstrajectbegeleider, in Halle beter gekend als de jobcoach. Deze biedt een integrale benadering met zowel een individuele als alomvattende aanpak, inclusief intake, voortraject, werkstart, opvolging, sollicitatietraining en nazorg, rekening houdend met de specifieke situatie van de cliënt. In 2023 ontvingen 430 mensen leefloon, waarvan 142 werden doorverwezen naar de dienst jobcoaching. Gezondheidsproblemen en taal (vooral het ontbreken van Nederlands niveau 1.2 en niet-Franstalig zijn), waren de belangrijkste redenen om cliënten niet door te verwijzen naar jobcoaching.

Maandelijks worden gemiddeld 107 cliënten begeleid door jobcoaches, met een gemiddelde van 6 nieuwe aanmeldingen per maand. Per cliënt kunnen er meerdere trajecten lopen. In december 2023 waren er bv. 115 cliënten in begeleiding en liepen er 146 trajecten, verdeeld over verschillende categorieën zoals Artikel 60 tewerkstelling (onderdeel van TWE), TWE, interne screening en maatwerk, SINE, solliciteren, opleiding, vrijwilligerswerk, intake- en oriëntatiefase en doorverwijzing naar externe partners (sTeam, I-Can, GTB).

In deze trajecten komen diverse knelpunten naar voren die de tewerkstelling bemoeilijken. Per cliënt worden gemiddeld 5 knelpunten geïdentificeerd, waarvan de meest voorkomende zijn: gebrek aan werkervaring, ontbreken van diploma, psychosociale problemen, taalbarrières, werkattitude, gezondheidsproblemen en motivatie.

Voor de tewerkstelling art. 60 werkt de sociale dienst samen met 57 organisaties, waarvan 19 actief zijn in de sociale economie en 38 in de reguliere economie.

In 2017 lanceerde Vlaanderen een nieuw stelsel van tijdelijke werkervaring (TWE), gericht op werkzoekenden en leefloongerechtigden die door een gebrek aan (recente) werkervaring en arbeidsattitudes niet onmiddellijk aan de slag kunnen in het reguliere economisch circuit. Dit programma biedt hen de kans om competenties en werkervaring op te doen, met als doel hun kansen op doorstroom naar het reguliere economische circuit te vergroten. Sinds de lancering in 2017 zijn in totaal 156 TWE-trajecten gestart. Het aantal gestarte trajecten fluctueert doorheen de jaren, met pieken in het eerste jaar en het recente jaar. Uit deze gegevens kunnen we afleiden dat het TWE-programma sinds de lancering in 2017 een aanzienlijk aantal individuen de mogelijkheid heeft geboden om vaardigheden en werkervaring op te doen.

Van de VDAB hebben we een rapport ontvangen met betrekking tot de door- en uitstroomgegevens van het Tijdelijke Werkervaringsprogramma (TWE), specifiek geanalyseerd na een periode van drie, zes, negen of twaalf maanden na het voltooien van het TWE-traject. De focus van deze analyse ligt op de resultaten na twaalf maanden. Gedurende deze periode zijn in totaal 102 TWE-trajecten afgerond, 68 personen zijn succesvol aan de slag gegaan als werknemer (geregistreerd via DIMONA), 47 personen duurzaam werk hebben gevonden, bovendien is één persoon als zelfstandige aan de slag gegaan. Na twaalf maanden bevinden zich nog 70 individuen in een lopend traject bij de VDAB.

De stad Halle neemt een regierol op binnen het thema sociale economie en werk, dit via de Intergemeentelijke samenwerking Zuidwest Rand. Een samenwerking met lokale besturen Beersel, Halle en Sint-Pieters-Leeuw via de regisseur sociale economie en werk
Voor de regierol sociale economie en werk worden 4 beleidsprioriteiten opgelegd door het Departement Werk en Sociale Economie  waarbinnen acties dienen uitgewerkt. 
•    Opnemen van de lokale regierol sociale economie en werk door de lokale besturen 
•    Tewerkstelling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de reguliere en sociale economie bevorderen en daarbij drempels richting arbeidsmarkt wegnemen, o.m. via de instrumenten wijk-werken, tijdelijke werkervaring en gemeenschapsdienst voor langdurig werkzoekenden
•    Ondernemerschap, waaronder sociaal ondernemen en maatschappelijk verantwoord ondernemen bevorderen
•    Samenwerking en partnerschappen met VDAB en andere lokale arbeidsmarktactoren faciliteren en een lokale samenwerkingsovereenkomst met VDAB sluiten en opvolgen.

Binnen de regio zijn er een aantal maatwerkbedrijven en organisaties die doelgroepmedewerkers tewerkstellen zoals AMAB (167 doelgroepmedewerkers) , Rodea, Vites, Mobyspot en Fietspunt station (Groep Intro) , Buurtrestaurant ’t Vondel – vzw Metsmaak, vzw PIN (partners in integratie).

IGS Zuidwest Rand organiseert in samenwerking met VDAB Halle jaarlijks een jobbeurs in CC ’t Vondel.  Een 30-tal werkgevers uit de regio schreven zich in 2023 in om een stand te bemannen waar zij hun vacatures toelichten aan de werkzoekenden. Naast de werkgevers worden ook een aantal partners uit die een specifiek aanbod hebben voor werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt (bvb Hallo Nederlands, Digiplek, Groep Intro, …). 


Wijk-werken wordt opgenomen binnen de IGS Zuidwest Rand. Een samenwerking tussen de lokale besturen Beersel, Dilbeek, Halle en Sint-Pieters-Leeuw via de coördinator wijk-werken. Er zijn 48 wijkwerkers in totaal waarvan er 13 in Halle wonen. Daarnaast zijn er 543 gebruikers geregistreerd, 89.5% hiervan zijn particulieren. Goed voor 908 opdrachten, gaande van klein tuinonderhoud, hulp en ondersteuning van personen, logistieke taken tot administratieve taken. 

Detailhandel

Terug naar navigatie - Detailhandel

 

In dit onderdeel beschouwen we het totale handelsaanbod in de stad of gemeente. De focus ligt op detailhandel. Hiermee bedoelen we de bedrijven of ‘winkels’ die fysieke goederen aan de eindconsument leveren.
Door functies te verweven en leegstand te beperken, kun je handelskernen verdichten en sterker maken. Ook horeca en winkelleegstand komen daarom aan bod.

Halle kent een centraal winkelgebied in de kern van de stad en een aantal ondersteunende winkelgebieden zoals weergegeven op onderstaande kaart:

De nabijheid van winkels wordt gewaardeerd door de Hallenaren (70%) . Uit de panelbevraging (2023) omtrent lokale economie beschrijven respondenten het centraal winkelgebied van Halle bovendien als rustig, gezellig, gastvrij, tolerant en sociaal. Vooral het parkeerbeleid en het aanpakken van leegstand kan beter volgens de respondenten.

Halle kent 16.4 handelspanden per 1000 inwoners (#691), in het Vlaams gewest is dit 17.4.  85.8% is hiervan gevuld. 

In vitale steden en gemeenten vind je een toegankelijk, aantrekkelijk en gevarieerd aanbod op vlak van wonen, voorzieningen, ontspanning, horeca, cultuur, bedrijvigheid en detailhandel. Deze mix leidt tot een concentratie van mensen, van beweging en daarmee ook beleving.

Uit de gemeente stadsmonitor van 2023 merken we dat de Hallenaar opmerkelijk minder tevreden is over het aanbod van winkelvoorzieningen voor dagelijkse boodschappen. Er is een daling van 42% (NPS) in 2020 naar 30% in 2023. Deze score is ook lager dan het gemiddelde van Vlaamse gemeenten.

In Halle is 27.5% van de winkels toe te wijzen aan de branche van levensmiddelen, 27.5% behoort tot kleding en mode. 

Uit de bevraging van het stadspanel (2023) zien we dat inwoners voornamelijk gebruikt maakt van volgende diensten en winkels in Halle centrum: Supermarkten, voeding, horeca, farmacie en doe-het-zelf.

De respondenten maken vooral van kledingwinkels, Electro winkels , horeca en huishoudelijke winkels gebruik in een andere gemeente. 

Naast winkels kent Halle heel wat Horeca. Horeca beïnvloedt in grote mate de sfeer en het straatbeeld in een stad. De mogelijkheid om tijdens een winkelbezoek ook te kunnen genieten van een hapje of een drankje zorgt voor een opwaardering van dat bezoek en dus ook van het winkelbezoek in kwestie. Zodoende is horeca niet alleen van belang voor het sociale weefsel in een stad, het zal ook bepalend zijn voor het economisch weefsel van een stad of gemeente.

Halle kent 137 horecazaken. De horeca omvat zowel logiesverstrekking (zoals hotels, campings, vakantiehuizen) als eet- en drinkgelegenheden (zoals cafés, restaurants, snackbars of cateraars). Dat is 3.3 zaken per 1000 inwoners, in het Vlaams gewest is dit 3.8. We zien vooral een hoog percentage aan eetgelegenheden (60.6%) en drankgelegenheden (28.5%).

Uit de resultaten van de bevraging van het stadspanel (2023) betreffende lokale economie, zien we dat respondenten vooral gebruik maken van supermarkten, voedingswinkels en horeca in het centrum van Halle. Vooral voor kledingwinkels (52.1%), electro (45.9%), horeca (45.8%) en huishoudelijke winkels (42.5%) maken Halleneren (ook) gebruik van handelszaken in andere gemeenten.

In 2021 startten de stad het project kindvriendelijke horeca op. Want de gezellige cafés en heerlijke restaurants zijn een belangrijke troef voor onze stad. Die aantrekkingskracht werd versterkt met een kindvriendelijk imago (een speelhoekje, kindvriendelijke toiletten, aangepast materiaal, .... Vanaf 2024 werd dit verder verruimd naar alle handelaars. Intussen zijn er 7 kindvriendelijke handelszaken in Halle.

Uit de survey van de gemeente-stadsmonitor zien we een daling van de tevredenheid over winkelvoorzieningen. Deze daling zien we ook bevestigd binnen de bevraging van ons stadspanel.

De belangrijkste motivaties om niet in het centrum te winkelen zijn het parkeren en het aanbod. Respondenten die de bereikbaarheid   als reden geven om niet te winkelen in Halle centrum zouden het winkelen in Halle minder aanraden en schatten initiatieven van de stad om het centrum aantrekkelijker te maken slechter in.

De bereikbaarheid van de handelskern is ook een bezorgdheid van de handelaars. Uit een bevraging van 2024 scoren de handelaars de bereikbaarheid van de handelskern 4.51 op 10.

Uit de bevraging van het stadspanel (2023) omtrent lokale economie zien we dat de tevredenheid over de horeca beter scoort dan de tevredenheid over winkels (75%). Deelnemers die graag iets gaan eten of drinken in het centrum zouden ook vaker winkelen in Halle aanraden, vinden vaker Halle ‘verwelkomend’, aantrekkelijk en gezellig, en geven vaker aan dat ze graag winkelen in het centrum.
Naast de detailhandel kent Halle ook een donderdag- en zaterdagmarkt in het centrum van Halle. 46% van de leden van het stadspanel gaat minstens 1x per maand naar de markt. Oudere deelnemers gaan vaker naar de markt dan jongere respondenten. 

In het kader van de opmaak van een detailhandelsplan in samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant, werden begin 2024 de handelaars bevraagd. 47 handelaars hebben de enquête ingevuld, wat opvallend weinig is voor een stad als Halle met meer dan 700 actieve zaken. Uit deze bevraging blijkt dat de handelaars het beleid van de stad een ondermaatse score geven op vlak van kernversterking, leegstandsbestrijding en samenwerking met de handelaars. Ook de bekendheid en branding van Halle, net als bereikbaarheid en parkeren komen als pijnpunten naar voor. 

Leegstand

De leegstand van handelspanden is sinds 2008 (of het begin van de tellingen door Locatus) sterk toegenomen in Vlaanderen. Niet alleen in kleine gemeenten, maar ook in de grotere winkelsteden, en dit zowel in winkelpanden alsook bij horeca en commerciële dienstverlening (bankkantoren, kapperszaken, uitzendbureaus, drukwerk, schoenmakers, ...). 

Uit de bevraging bij de handlaars in 2024 blijkt dat men meer wil inzetten op leegstand. Op de vraag “doet de gemeente voldoende om de leegstand aan te pakken?” scoort men 4.45 op 10.
De coronacrisis heeft deze evolutie nog versterkt, maar de trend was zeker al voordien ingezet. Halle heeft in 2023 691 panden, 14.2% is hiervan leegstaand. Dit aandeel ligt hoger dan het gemiddelde in Vlaanderen. Onderstaande kaart geeft de leegstand weer in het centrum van de stad zoals geregistreerd in Locatus (augustus 2023).

De volgende grafiek geeft de evolutie van leegstand van handelspanden en het winkelvloeroppervlak van leegstaande panden in Halle over 10 jaar, van 2013 tot 2023. 

Het toenemende succes van e-commerce speelt een rol.  In 2022 vond 24% van alle Vlaamse bestedingen via een webwinkel plaats. De aankoop van diensten (zoals verzekeringen, reizen, publiek en privaat transport, tickets voor attracties en events) zit voor 68% in het online segment. De aankoop van producten verloopt voor 15% online, met een grote variatie: gaande van 4% van de bestedingen voor voeding tot 59% voor media en entertainment.

Uit de panelbevraging (2023) omtrent lokale economie zien we dat Hallenaren vooral voor vrijetijdsbesteding & vakantie, Electro, kleding & mode en huishoudelijke winkels gebruik maken van het online aanbod.

Niet elk handelspand dat leegstaat was voorheen een winkel. Deze kan vooraf een horecazaak geweest zijn, of een consumentgerichte dienst, of is ontstaan met een nieuwbouw of vanuit een functie-wijziging (voorheen bijvoorbeeld een woonhuis). Het is belangrijk om dit onderscheid te maken in het kader van de kans op een succesvolle herinvulling. De onderstaande tabel splitst de leegstand uit in functie van de laatste invulling.

Het is belangrijk om leegstand te analyseren volgens de duurtijd dat het pand leeg staat. Het vraagt immers een andere aanpak indien het gaat over frictieleegstand dan wel over langdurige (1-3 jaar) of structurele (>3 jaar) leegstand. 

We zien dat de verschillende duurtijden in Halle in belangrijke mate voorkomen: frictieleegstand (<1jaar) 29.6%, langdurige leegstand 29.6% en structurele leegstand 39.8%. We zien dat vooral structurele leegstand een groot aandeel heeft in Halle . Dit aandeel is ook hoger dat het Vlaams gewest, waar dit aandeel 28.5% is.