6. Ruimte

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

- In Halle wordt 36.9% van de totale oppervlakte ingenomen door ruimtebeslag 
- Hoge mate van verharding, vooral in het centrum
- 49,4% van de inwoners woont binnen de 800 meter van wijkgroen
- Stijgende tevredenheid over de groenvoorzieningen in de stad
- Groeimarge voor vergroening van onze stad
- 67% van de respondenten vindt dat het centrum van de stad netjes is
- Hoge mate van tevredenheid over de staat van voetpaden, straten en pleinen bij de inwoners

 

Ruimte

Terug naar navigatie - Ruimte

De strategische visie "Beleidsplan Ruimte Vlaanderen" introduceert met de 10 kernkwaliteiten een kader voor een kwaliteitsvolle inrichting en een optimaal beheer van de omgeving.
De 10 kernkwaliteiten bieden een gemeenschappelijke taal om met elkaar in dialoog te gaan over leefomgevingskwaliteit. Door samen met bewoners en gebruikers de kernkwaliteiten van een omgeving in beeld te brengen en bespreekbaar te maken, maak je kansen, noden en verwachtingen concreet en inzichtelijk. Zo kan je ze beter vertalen in de uiteindelijke ontwikkeling.

Een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) is een ruimtelijke bestemmingsplan die voor elk perceel grond bepaald wat je wel of niet kunt bouwen. Op basis van de stedenbouwkundige voorschriften die zijn opgenomen in het RUP, kunnen - eens het RUP is goedgekeurd - stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd worden. RUP’s vervangen sinds 1999 geleidelijk aan de gewestplannen en de bijzondere plannen van aanleg (BPA).  In bijlage 2 kan men een overzichtslijst en grafische aanduiding vinden van enerzijds BPA’s en anderzijds RUP’s.

Ruimtebeslag

Terug naar navigatie - Ruimtebeslag

Ruimtebeslag is het deel van de ruimte dat ingenomen wordt door onze nederzettingen – dus dienend voor huisvesting, industrie, handel, diensten, transport, recreatie – en land- en tuinbouwinfrastructuur, zoals stallen en serres. Ook tuinen, parken en sportterreinen maken deel uit van het ruimtebeslag. Gebieden met landbouwteelten, weiden en natuur zijn geen ruimtebeslag.

Een hoog ruimtebeslag zet de biofysische capaciteit van land en bodem, de ruimte nodig voor het onderhouden van ecosysteemdiensten zoals voedselproductie, waterbuffering en -filtering, en klimaatregeling, onder druk. Bovendien verhindert het nog steeds verder uitdijen van het ruimtebeslag een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. In 2022 bedraagt de oppervlakte ruimtebeslag 441 512 ha, wat 32,4% van het Vlaams grondgebied omvat. Vlaanderen is dus een zeer verstedelijkte regio.

In Halle wordt 36.9% van de totale oppervlakte ingenomen door ruimtebeslag in 2022.

In 2022 nemen huizen en tuinen (43.2%) en transportinfrastructuur (19.7%) het grootste aandeel in binnen het ruimtebeslag.

Vlaanderen is een van de meest verharde gebieden in Europa. Een verhard bodemoppervlak houdt de warme temperatuur vast in steden en gemeenten, neemt geen water op waardoor het risico op overstroming vergroot, en vermindert de kans op biodiversiteit in Vlaanderen. De ontharding van de bodem is een win-winsituatie voor mens en klimaat. Door de ontharding zal de bodem meer water en hitte verwerken en kan de biodiversiteit vergroten. 
Wanneer we verharding ten opzichte van de oppervlakte ruimtebeslag bekijken, zien we 50.5% verharding in Halle. Dit percentage ligt hoger dan in het Vlaams Gewest, 46.6% . Ten opzicht van de totale oppervlakte in Halle is 18.7% verhard. 
Om de ontharding in Vlaanderen te promoten wil het LEKP 1 m² ontharding per inwoner vanaf 2021 tot en met 2030. In 2023 laat Halle 10 944.55 m² ontharding noteren door het lokale bestuur.

Halle beschikt in 2022 over 63% open ruimte. In kader van de leefbaarheid en de bouwshift, alsook de ambitie van het beleidsplan ruimte Vlaanderen om geen bijkomend ruimtebeslag meer te hebben in 2040, is het aangewezen om de evolutie van de beschikbare open ruimte goed op te volgen.

Wanneer we de open ruimte in Halle bekijken zien we dat deze vooral bestaat akker (38.6%) uit bos (31.9%), en grasland in landbouwgebruik (17.5%). 

Als we parken en tuinen meetellen in de open ruimte, dan valt op dat 77,4% van de oppervlakte in Halle effectief niet bebouwd is. In Vlaams-Brabant ligt het aandeel niet bebouwde ruimte 3,1 procentpunt hoger dan in Halle.
Ten opzichte van 2013 ging de niet bebouwde ruimte er met 3,4% (of 123 ha) op achteruit in Halle. 
De indicator niet bebouwde ruimte binnen ruimtebeslag geeft een beeld van o.a. tuinen en ingesloten stukjes groen of onbebouwde ruimte binnen ruimtebeslag, die vaak als belangrijk worden ervaren voor leefkwaliteit, afkoeling of ontspanning.
Van de 1.647 ha ruimtebeslag in Halle is 689 ha (of 41,9%) niet bebouwd of groen.
De statistische sector met het hoogste groenpercentage binnen zijn ruimtebeslag is Breedhout 63,6% van het ruimtebeslag is er groen of onbebouwd. De statistische sector met het laagste aandeel onbebouwde ruimte binnen haar ruimtebeslag is Halle-Centrum (14,5%). 

Richtkaders - planologische initiatieven

In Halle werden in de laatste jaren verschillende initiatieven genomen gericht op het kwalitatiever verdichten en vrijwaren van de omliggende open ruimte zoals:

-    De Beleidsmatig Gewenst Ontwikkeling Leefbaarheid en Woonkwaliteit zoals aangenomen door het college van burgemeester en schepenen op 14 april 2023

-    Een aangepast bouwtaksreglement dat het realiseren van grotere bouwprojecten met meerdere wooneenheden of kavels zwaarder belast.

-    In samenwerking met de provincie en de gemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw wordt gewerkt aan een provinciaal Ruimtelijke Uitvoeringsplan Kernafbakeningen Zennevallei de stedelijke kern en de dorpskernen afbakent en uitspraken doet omtrent het gewenste ruimtelijk rendement binnen deze afbakeningen en het aantal bouwlagen.  Daarnaast maakt het PRUP de keuze om buiten de kernen, de verdichting af te remmen en de relatie met de omliggende open ruimte te verstevigen.    Verwacht wordt dat dit PRUP eind 2024 in voege treedt.

Deze afbakeningen kunnen gehanteerd worden voor het ontwikkelen van bijkomend ruimtelijk instrumentarium zoals bijvoorbeeld gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.

 

Groene ruimte

Terug naar navigatie - Groene ruimte

Onderstaande indicatoren brengen de oppervlakte en de nabijheid van vrij toegankelijke groene ruimte in kaart. Dat wil zeggen dat zowel privétuinen, als groen op commerciële en industriële percelen zijn uitgesloten. Ook het groen op kerkhoven, golfterreinen, zoo en attractieparken, sportterreinen en campings wordt niet meegeteld, omdat dit niet als vrij toegankelijk groen beschouwd wordt, waar bijvoorbeeld kinderen vrij kunnen spelen of men de hond kan uitlaten. 

Men kan volgende typologieën in toegankelijke groenclusters ‘groen in de buurt’ onderscheiden:
-    Buurtgroen: Groen met minimum oppervlakte van 0,2 ha
-    Wijkgroen: Groen met minimum oppervlakte van 10 ha

In Halle is 28,1% van de oppervlakte ingenomen door wijkgroen. In Vlaams-Brabant bedraagt dit 24,9% en in het Vlaams Gewest 20,9%. 

De categorie van groenclusters in de buurt geeft aan hoe vlot bereikbaar deze zijn in afstand voor de inwoners. Voor buurtgroen hanteren we de grens van 400 meter afstand, voor wijkgroen 800 meter. In Halle woont 93,6% van de inwoners binnen de 400 meter van buurtgroen. 49,4% van de inwoners woont binnen de 800 meter van wijkgroen. Met andere woorden: Ongeveer de helft van de Hallenaren moet meer dan 800 meter afleggen om een toegankelijk groengebied met een oppervlakte van minimum 10 ha te bereiken. We willen hierbij opmerken dat de recentste cijfers van 2019 zijn.

Vanuit de surveybevraging van de gemeente-stadsmonitor zien we dat de tevredenheid over natuur en groenvoorzieningen in de stad met 6% stijgt ten opzichte van de meting in 2020.

Anderzijds zien we een lichte daling (-3%) van het aandeel inwoners dat vindt dat er voldoende aanbod aan groen is in de buurt. De gemiddelde daling voor Vlaamse gemeenten is sterker dan in Halle.

Bomen verminderen de CO2 in de lucht, zorgen voor verkoeling in de zomer en houden de opgeslagen koolstof vast in de bodem. Dit drieluik aan klimaatvoordelen bezorgt het Lokaal energie- en klimaatpact (LEKP) genoeg redenen om lokale besturen aan te zetten om extra bomen te planten. Het LEKP wil 1 boom extra per inwoner tegen eind 2030 en dit vanaf 2021. Binnen deze doelstelling tellen nieuw aangeplante bomen op zowel privé- als publiek domein. Bomen die geplant zijn in een bos (bos is een oppervlakte met bomen van minimaal 10 meter op 10 meter) of door compensatieregels tellen niet mee. Daarnaast wil men 0,5 meter geveltuin of haag per inwoner extra tegen eind 2030 en dit vanaf 2021 en 1 natuurgroenperk (van minstens 10m²) extra per 1000 inwoners tegen eind 2030 en dit vanaf 2021. 

Bovenstaande rapportages betreffende 2023 toont aan dat Halle nog groeimarge heeft wat betreft werf 1, vergroening van de stad.

Openbare ruimte

Terug naar navigatie - Openbare ruimte

De tevredenheid over de netheid van straten en pleinen blijft eerder stabiel in Halle, daar waar we een opmerkelijke daling zien voor het gemiddelde van Vlaamse gemeenten (-10%).

Sinds 2023 wordt de tevredenheid omtrent de netheid in het centrum van de stad afzonderlijk bevraagd binnen de gemeente-stadsmonitor. Hier zien we dat 67% van de respondenten vindt dat het centrum van de stad netjes is. Dit ten opzichte van een gemiddelde van 81% in Vlaamse gemeenten.

Halle zet in op afvalverzameling en netheid van straten en pleinen door het plaatsen van afvalbakken, glascontainers en restafvalcontainers. Er wordt hierbij gekeken naar de relevantie voor bezoekers en het winkelkerngebied. Het afgelopen jaar werden er 2 559 meldingen geregistreerd van burgers over afval en sluikstorten. Het vormt de hoofdcategorie van het afgelopen jaar voor wat betreft meldingen van burgers op het openbaar domein.

Binnen de gemeente-stadsmonitor wordt er tevens bevraagd in welke mate inwoners tevreden zijn over de staat van voetpaden, straten en pleinen.  Voor beide onderdelen zien we sterke stijging in Halle, respectievelijk +23% en +29%.

 

Om de kwaliteit van het wegdek in objectief in kaart te brengen wordt er ingezet op wegdekmonitoring.  Sensoren op rondrijdende wagens brengen de staat van het wegdek in kaart.  Op die manier kan het onderhoud van wegen en de planning ervan op een objectieve manier gebeuren.