Ruimtebeslag is het deel van de ruimte dat ingenomen wordt door onze nederzettingen – dus dienend voor huisvesting, industrie, handel, diensten, transport, recreatie – en land- en tuinbouwinfrastructuur, zoals stallen en serres. Ook tuinen, parken en sportterreinen maken deel uit van het ruimtebeslag. Gebieden met landbouwteelten, weiden en natuur zijn geen ruimtebeslag.
Een hoog ruimtebeslag zet de biofysische capaciteit van land en bodem, de ruimte nodig voor het onderhouden van ecosysteemdiensten zoals voedselproductie, waterbuffering en -filtering, en klimaatregeling, onder druk. Bovendien verhindert het nog steeds verder uitdijen van het ruimtebeslag een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. In 2022 bedraagt de oppervlakte ruimtebeslag 441 512 ha, wat 32,4% van het Vlaams grondgebied omvat. Vlaanderen is dus een zeer verstedelijkte regio.
In Halle wordt 36.9% van de totale oppervlakte ingenomen door ruimtebeslag in 2022.
In 2022 nemen huizen en tuinen (43.2%) en transportinfrastructuur (19.7%) het grootste aandeel in binnen het ruimtebeslag.
Vlaanderen is een van de meest verharde gebieden in Europa. Een verhard bodemoppervlak houdt de warme temperatuur vast in steden en gemeenten, neemt geen water op waardoor het risico op overstroming vergroot, en vermindert de kans op biodiversiteit in Vlaanderen. De ontharding van de bodem is een win-winsituatie voor mens en klimaat. Door de ontharding zal de bodem meer water en hitte verwerken en kan de biodiversiteit vergroten.
Wanneer we verharding ten opzichte van de oppervlakte ruimtebeslag bekijken, zien we 50.5% verharding in Halle. Dit percentage ligt hoger dan in het Vlaams Gewest, 46.6% . Ten opzicht van de totale oppervlakte in Halle is 18.7% verhard.
Om de ontharding in Vlaanderen te promoten wil het LEKP 1 m² ontharding per inwoner vanaf 2021 tot en met 2030. In 2023 laat Halle 10 944.55 m² ontharding noteren door het lokale bestuur.
Halle beschikt in 2022 over 63% open ruimte. In kader van de leefbaarheid en de bouwshift, alsook de ambitie van het beleidsplan ruimte Vlaanderen om geen bijkomend ruimtebeslag meer te hebben in 2040, is het aangewezen om de evolutie van de beschikbare open ruimte goed op te volgen.
Wanneer we de open ruimte in Halle bekijken zien we dat deze vooral bestaat akker (38.6%) uit bos (31.9%), en grasland in landbouwgebruik (17.5%).
Als we parken en tuinen meetellen in de open ruimte, dan valt op dat 77,4% van de oppervlakte in Halle effectief niet bebouwd is. In Vlaams-Brabant ligt het aandeel niet bebouwde ruimte 3,1 procentpunt hoger dan in Halle.
Ten opzichte van 2013 ging de niet bebouwde ruimte er met 3,4% (of 123 ha) op achteruit in Halle.
De indicator niet bebouwde ruimte binnen ruimtebeslag geeft een beeld van o.a. tuinen en ingesloten stukjes groen of onbebouwde ruimte binnen ruimtebeslag, die vaak als belangrijk worden ervaren voor leefkwaliteit, afkoeling of ontspanning.
Van de 1.647 ha ruimtebeslag in Halle is 689 ha (of 41,9%) niet bebouwd of groen.
De statistische sector met het hoogste groenpercentage binnen zijn ruimtebeslag is Breedhout 63,6% van het ruimtebeslag is er groen of onbebouwd. De statistische sector met het laagste aandeel onbebouwde ruimte binnen haar ruimtebeslag is Halle-Centrum (14,5%).
Richtkaders - planologische initiatieven
In Halle werden in de laatste jaren verschillende initiatieven genomen gericht op het kwalitatiever verdichten en vrijwaren van de omliggende open ruimte zoals:
- De Beleidsmatig Gewenst Ontwikkeling Leefbaarheid en Woonkwaliteit zoals aangenomen door het college van burgemeester en schepenen op 14 april 2023
- Een aangepast bouwtaksreglement dat het realiseren van grotere bouwprojecten met meerdere wooneenheden of kavels zwaarder belast.
- In samenwerking met de provincie en de gemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw wordt gewerkt aan een provinciaal Ruimtelijke Uitvoeringsplan Kernafbakeningen Zennevallei de stedelijke kern en de dorpskernen afbakent en uitspraken doet omtrent het gewenste ruimtelijk rendement binnen deze afbakeningen en het aantal bouwlagen. Daarnaast maakt het PRUP de keuze om buiten de kernen, de verdichting af te remmen en de relatie met de omliggende open ruimte te verstevigen. Verwacht wordt dat dit PRUP eind 2024 in voege treedt.
Deze afbakeningen kunnen gehanteerd worden voor het ontwikkelen van bijkomend ruimtelijk instrumentarium zoals bijvoorbeeld gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.