Transversale engagementen

Toegankelijkheid is een breed begrip dat verschillende aspecten omvat, met name fysieke toegankelijkheid (toegankelijkheid van buitenruimte en gebouwen) , toegankelijkheid van informatie en communicatie (taalgebruik, lettertype, jargon, enz. ) en toegankelijke dienstverlening (openingsuren, werking van een onthaal, enz). Dit gebeurt met het oog op de meest kwetsbare burger, zodat het beleid rekening houdt met iedereen.

Bij toegankelijkheid is laagdrempeligheid een basisvereiste. Integrale toegankelijkheid omschreven worden aan de hand van de 7B’s:
- Betaalbaarheid: de dienstverlening houdt rekening met de financiële draagkracht van de burger.

- Begrijpbaarheid: verstaanbaar maken van informatie en deze aanpassen aan de doelgroep. Dit kan zowel op een verbale als op een non-verbale manier.

- Bruikbaarheid: de dienstverlening en de informatie die verstrekt worden komen tegemoet moeten aan de noden van de burger. Onder bruikbaarheid verstaan we ook dat het aanbod moet afgestemd zijn op de behoeften van de burger. Ook de signaalfunctie die door bepaalde clusters wordt opgenomen is een voorbeeld van bruikbaarheid.

- Betrouwbaarheid: dit heeft betrekking op de juistheid van de informatie en dienstverlening. Een onderdeel hiervan is dat men niet eindeloos doorverwezen wordt. Een ander onderdeel van betrouwbaarheid houdt in dat men rekening houdt met enerzijds de privacy van de burger en anderzijds met het positief imago van de organisatie.

- Bereikbaarheid: dit is een kernaspect dat zowel op tijd als op ruimte slaat. Dit kan zowel op de infrastructuur duiden, als op de openingsuren, het e-loket, de decentrale dienstverlening, …

- Bekendheid: dit betekent enerzijds dat het duidelijk moet zijn waar de klant/burger bepaalde informatie of dienstverlening kan terugvinden. Anderzijds slaat dit ook op transparantie en openbaarheid.

- Beschikbaarheid: dit betekent dat er voldoende aanbod moet zijn.

Globaal genomen kan gesteld worden in de meeste acties, waar toegankelijkheid als transversaal engagement aan gekoppeld is, deze doelstelling ook behaald werd. 
Binnen de sectoren dienstverlening en samenleving werd er nauw samengewerkt tussen verschillende clusters en diensten waardoor sterk ingezet kon worden op de toegankelijkheid, niet enkel op de fysieke toegankelijkheid, maar ook op de andere B’s.
Een greep uit de vele voorbeelden: urban run, de storytelling in communicatie, de nieuwe assistentiewoningen, het dementieterras in het woonzorgcentrum, de begeleiderspas, het Rap op stap kantoor, de initiatieven in G-sport, de blokspot, de spelotheek, de fietsbieb, kijk ik fiets, alle maatregelen en de vaccinatiecampagne i.k.v. corona, uitbreiding van openingsuren van ’t Kadeeke van 6.30 tot 18.30 uur, opstart zorgzame buurt in Buizingen, uitbreiding schoolondersteunende projecten naar basisonderwijs (Plek), brugcoaches tav jongeren die het moeilijk hebben, overkophuis, de brugfiguur onderwijs,…  
Een aantal initiatieven/projecten konden opgestart worden door samenwerkingen tussen verschillende diensten: zo werd ‘Digidokter’, een initiatief van de bibliotheek, uitgebreid tot het opzetten van een E-inclusiebeleid met meerdere openbare computerruimtes, waarvan de opstart in 2022 zal gebeuren. 
Nieuwe inwoners met een zorgprofiel en/of participatieprofiel worden onthaald en wegwijs geholpen in het welzijns- of vrije tijdsaanbod.
Heel wat diensten maken zelf de reflex om ook specifieke doelgroepen te bereiken, betaalbaarheid mee te nemen in verwezenlijkingen, hun aanbod bekend en bereikbaar te maken.
Bijkomend zijn nog een aantal acties gepland: vb vormingen voor baliepersoneel,…
We vermoeden dat we, als transversale ambassadeurs, niet steeds op de hoogte zijn van inspanningen die geleverd worden door diensten op vlak van de toegankelijkheid. In heel wat acties heerst er het gevoel dat er geen rekening gehouden wordt met de toegankelijkheid, maar mogelijks hebben we er gewoonweg geen weet van.  
Waar we tegenaan lopen is de fase waar bij werken aan openbaar domein of stadspatrimonium advies wordt gevraagd omtrent toegankelijkheid en de partners die worden samengebracht omtrent toegankelijkheid. Meermaals wordt de toegankelijkheid pas betrokken is een later stadium, waardoor belangrijke aanpassingen niet meer mogelijk zijn. Tevens worden diverse adviesverleners (vb. Inter, agentschap onroerend erfgoed, fietsersbond, duurzaamheid,…) nog te weinig samen betrokken bij de adviesverlening, waardoor adviezen tegenover elkaar afgewogen moeten worden in plaats van een gemeenschappelijk advies waarin alle aspecten zo goed mogelijk aan bod komen. 
Tevens komen niet steeds alle ingewonnen adviezen op de beslissingstafel terecht. Bij bepaalde acties is advies nodig en spelen wellicht andere factoren mee (tijd, vergetelheid, macht der gewoonte), waardoor advies niet wordt gevraagd of nageleefd. 
We adviseren dat alle betrokken partijen vanaf de voorontwerpfase samen worden betrokken en bij belangrijke ijkpunten opnieuw samen betrokken worden. Tevens deze adviezen aan het college voorleggen zodat het college kan beslissen met welke aspecten al dan niet rekening gehouden wordt. 
In (subsidie/erkennings)reglementen is er eveneens nog heel wat winst te halen op vlak van toegankelijkheid. Als men verenigingen wil aansporen om meer mensen uit specifieke doelgroepen te bereiken, kan in een subsidiereglement opgenomen worden dat extra subsidies toegekend worden per lid/deelnemer met een kom!pas of uit kwetsbare groep, of voor initiatieven genomen om de drempels te verkleinen voor kwetsbare groepen (vluchteling, vreemde herkomst,…)

Duurzaamheid wordt bekeken als alles wat met maatschappelijk verantwoord leven, milieu, ecologie en toekomstgericht denken te maken heeft.  Maar duurzaamheid gaat ook verdere. In september 2015 stelde de algemene vergadering van de Verenigde Naties de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen of Substainable Goals (SDG's) op.  Deze worden vertaald in 17 doelen die zich reflecteren in vijf grote SDG's thema's : People, planet, Prosperity, Partnership & Peace. 

Halle positioneert zich als een duurzame stad in haar eigen werking en in haar projecten. Als organisatie willen we inzetten op duurzaamheid omdat we als openbaar bestuur een voorbeeldfunctie te vervullen hebben naar de burger en onze medewerkers. Gezien duurzaamheid een interne, maar ook externe focus heeft en bovendien sterk verweven is in met verschillende beleidsdomeinen werd ervoor gekozen om duurzaamheid als transversaal thema op te nemen binnen de meerjarenplanning 2020-2025.

Duurzaamheid is een thema dat niet meer weg te denken is binnen de werking van een stadsbestuur. Elk jaar wordt het thema belangrijker en komen we dichter bij de deadlines van de vooropgestelde klimaatdoelstellingen. Bijgevolg is het belangrijk dat elke ambtenaar een duurzaamheidsreflex heeft, of de weg vindt naar de duurzaamheidsambtenaar om advies te vragen. Bij sommige diensten verloopt dit vlotter dan bij anderen. Wat opvalt is dat periodiek een toelichting geven op het LEGO omtrent duurzaamheid, dit kan over algemeen beleid gaan, of over concrete projecten, zijn vruchten afwerpt. Toch dient er onderstreept te worden dat het interessant kan zijn om duurzaamheidsadvies aan te vragen bij collegenota’s. Zo blijft de duurzaamheidsambtenaar op de hoogte van de verschillende acties die ondernomen worden passen binnen het klimaatplan. 
Naar aanleiding van de ondertekening van het burgemeestersconvenant, maakte de stad in 2021 een intergemeentelijk SECAP (“Sustainable Energy and Climate Action Plan”) of kortweg klimaatplan op. In september 2022 keurde de gemeenteraad het finale klimaatplan goed. Er werd in de zomer van 2023 voor de eerste maal gerapporteerd naar Europa. Tweejaarlijks dient er een officiële rapportering te gebeuren omtrent de vooruitgang van de 37 maatregelen van het klimaatplan. De rapportage voldeed aan de evaluatiecriteria en werd aldus positief geëvalueerd. Er werden een aantal suggesties voorgesteld, waarmee er rekening zal gehouden worden bij de volgende rapportage.
Naast de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact, LEKP 1.0 en 2.0, werd in 2023 de volgende versie, LEKP 2.1. ondertekend. Dit is een addendum van LEKP 2.0 met als doel energiearmoede voorkomen. Er dient jaarlijks gerapporteerd te worden over de vooruitgang binnen de werven van het LEKP. De nodige informatie moet aangeleverd worden door de verschillende diensten zoals Groen Wegen en Afval, Ruimte en Wonen, de Woonwinkel, Patrimonium, Project- en investeringsbureau, Mobiliteit, Facility en de Financiële dienst. Er wordt geconstateerd dat de diensten de monitoring van de doelstellingen niet structureel opvolgen. Echter wordt de nodige informatie tot nu toe steeds op tijd aangeleverd, mits de nodige communicatie en herinnering. De monitoring zorgt voor sensibilisering van de verschillende betrokken ambtenaars en politiekers. Naar aanleiding van de jaarlijkse vooruitgangsrapporten, worden er nieuwe projecten opgestart zoals bijvoorbeeld de wijkrenovatie.
Er werden dit jaar opnieuw verscheidene (nieuwe) projecten uitgevoerd die kaderen binnen het klimaatplan en het LEKP. Zo zijn er een aantal wederkerige projecten zoals de haagplantactie in samenwerking met de Halse milieuraad, de verlenging van de online natuurbuurcatalogus en de benovatiecoaches. In 2023 waren er ook een aantal nieuwe projecten die hun intrede deden. Alle Hallenaars konden in april een fietspremie aanvragen bij de aankoop van een nieuwe (elektrische) fiets. Er werd een eerste wijkrenovatie in Buizingen opgestart. In samenwerking met de dienst mobiliteit werd er een visienota gemaakt voor de uitrol van laadpalen en deelwagens en de stad stapte in een participatietraject rond het windturbineproject Halle Barry Callebaut via ZO-FIER NV. 
Personeelszorg probeert rekening te houden met duurzaamheid bij de aankoop van personeelsgeschenken en ook bij de organisatie van het personeelsfeest staat duurzaamheid centraal. De financiële dienst is ook mee op de kar gesprongen en probeert systematisch het aankoopbeleid te verduurzamen. Hiervoor zijn gezamenlijke trajecten waarbij verschillende diensten vertegenwoordigd zijn en geprikkeld worden heel dankbaar, zoals het traject “lokaal circulair”. 
Ook in 2023 is de koppeling met de SDGs minder vanzelfsprekend. Dit is een gevolg van het feit dat er vanuit duurzaamheid vooral gecommuniceerd wordt aan de hand van het klimaatplan of het klimaatpact. De SDGs worden echter gebruikt bij de communicatie en uitvoering van November wereldmaand en er wordt jaarlijks meegedaan aan de “Week van de Duurzame Gemeente”. Op deze manier worden burgers gesensibiliseerd omtrent de SDGs. Daarnaast werd de analyse van de gemeente-stadsmonitor ook via  de SDG’s uitgewerkt via de uitwerking van een eigen analysetool in Power BI, de powermonitor. Tot slot is er een jaarlijkse monitoring van de SDGs om te zien hoe onze stad scoort op de 17 doelstellingen. 
Er wordt al heel veel in beweging gezet op vlak van duurzaamheid. De duurzaamheidsreflex is bij velen aanwezig. Echter zijn de doelstelling zeer ambitieus en dient er soms toch een versnelling hoger geschakeld te worden. Bijgevolg blijft het belangrijk om duurzaamheid vanaf een vroeg stadion te betrekken in toekomstige projecten en lijkt het aangewezen dat leidinggevenden systematisch wijzen op de doelstellingen van het klimaatplan.

Een kindvriendelijke stad verbindt zich ertoe de rechten van het kind te realiseren op alle beleidsdomeinen.
Hierbij worden 4 uitgangspunten gehanteerd:

- In een kindvriendelijke stad zijn kinderen en jongeren volwaardige medeburgers. Ze zijn niet enkel de toekomst, ze zijn ook - en vooral - het nu. Ze hebben dus het recht om actief mee vorm te geven aan de stad en haar samenleving.

- Kindvriendelijkheid gaat over alle levensdomeinen van kinderen en jongeren en heeft dus consequenties voor alle beleidsdomeinen. Dit wordt duidelijk zichtbaar binnen de meerjarenplanning door kindvriendelijkheid als transversaal thema toe te passen.

- De implementatie van kinderrechten zijn geen doel ‘an sich’, wel kunnen ze gehanteerd worden als hefboom voor verandering. Daarenboven moeten kinderrechten steeds binnen de reële context gezien worden. Kindvriendelijkheid is een dynamisch, veranderlijk proces waarin steeds nieuwe aspecten en uitdagingen worden toegevoegd.

- Kindvriendelijkheid kan gehanteerd worden als barometer voor een goed lokaal beleid dat onder andere de leefbaarheid voor iedereen verhoogt. De lat leggen op niveau van de meest kwetsbare burgers, o.a. kinderen, maakt dat het beleid iedereen in ogenschouw neemt.

2023 was een belangrijk jaar voor kindvriendelijkheid. Het dossier voor de verlenging van het label ‘Kindvriendelijke Stad’ moest immers opnieuw ingediend worden bij de jury. Aangezien de jury bij de tussentijdse evaluatie van oordeel was dat er nog voldoende draagvlak voor kindvriendelijkheid in Halle is, moest de stad niet meer van 0 beginnen, maar konden we een dossier indienen, gebaseerd op de 6 bouwstenen van een kindvriendelijke stad. Omdat we bij ons dossier ook graag de mening van kinderen en jongeren toevoegen, organiseerden we opnieuw een belevingsonderzoek. In oktober 2023 werd ons dossier ingediend. In juni 2024 weten we of we opnieuw het label voor 6 jaar behalen. 

Een greep uit de acties van 2023:

•  De stad gaf een extra toelage aan JC Stroppen voor de bouw van een nieuwe, toegankelijke speeltuin. De nieuwe inclusieve speeltuin is toegankelijk voor alle kinderen, ongeacht hun leeftijd of beperkingen. Je vindt er  speeltoestellen, waaronder speelwanden, een keukentje, schommels, een glijbaan, klimrekken en meer. Ook kinderen met een beperking kunnen er volop spelen en verkennen. De speeltuin werd op 25 maart 2023 officieel geopend.
• Halle is een nieuwe streetart rijker. Viva Pintura en MASSI toverden de grijze muren van de ecotunnel aan de Pijpaenshoek om tot een mooi kunstwerk. De stad werkte hiervoor samen met het Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei, het Agentschap Wegen en Verkeer en het Agentschap voor Natuur en Bos. Met de aanleg van een nieuw ecoduct verderop in het Hallerbos, wordt de Pijpaenshoek een belangrijke toegangsweg naar het Hallerbos voor wandelaars en fietsers. Door hier een streetart op de muren te zetten, maken we de tunnel kindvriendelijker, uitnodigend en minder saai.
•  Stad Halle en JAC Halle – Vilvoorde brachten op vraag van Halse scholen een nieuwe 5-delige podcastreeks rond welzijn bij jongeren uit. Onder de titel ‘tzwalwelzijn’ komen 5 thema’s rond welzijn aan bod: stress, rust, experimenteren, jezelf zijn en grenzen durven stellen. Elke aflevering biedt handvaten door te zorgen voor (h)erkenning van de thematiek. Bovendien toont de reeks ook de weg naar verschillende welzijnspartners en organisaties in Halle. Zo verkleint de drempel voor jongeren om zelf naar hulpverlening te stappen
• Alle jeugdverenigingslokalen in Halle werden gecontroleerd door de brandweer. De dienst kinderen en jongeren zorgde samen met de verenigingen dat alle lokalen in orde werden gezet en dat de nodige acties werden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat alle lokalen een A attest ontvingen, zodat hun werking verder veilig kan verlopen.  De stad ondersteunde ook met de aankoop van pictogrammen, rookmelders en brandblussers.
• In november 2023 ging het project “Babybabbels” van start. “Babybabbels” is een project voor ouders die Nederlandse les volgen in de Sociale Campus in Halle. Tijdens deze les, worden hun kinderen (max. 10 kinderen tot 2,5 jaar) opgevangen. Het gaat hier niet om een reguliere NT2 les. Ouders krijgen Nederlandse les door een lesgever van Ligo. Tijdens deze lessen ligt de focus op levensdomeinen (kinderopvang, onderwijs, Spelotheek/bibliotheek, zindelijkheid…) waarmee ze te maken krijgen tijdens de opvoeding/ontwikkeling van hun kind.  Voor de realisatie van dit project ontvingen een subsidie voor projecten rond taalstimulering Nederlands van de Provincie Vlaams-Brabant.
•  Het project ‘kindvriendelijke horeca’ werd uitgebreid. Na de horeca-uitbaters worden nu ook de Halse winkeliers uitgenodigd om uit te pakken met een kindvriendelijke zaak.
• De stad sloot een nieuwe samenwerkingsovereenkomst af met Akabe Joepie Halle. Akabe Joepie Halle krijgt voortaan een subsidie van 2.000 euro per jaar van de stad Halle. De vereniging voor kinderen met een beperking kan zo meer activiteiten organiseren, extra materiaal aankopen en monitoren opleiden.

Innovatie gaat over het toepassen van nieuwe technologieën en nieuwe ideeën in producten, diensten en processen, om waarde te creëren voor de gemeenschap. Bij de stad bekijken we hoe de stedelijke werking zich slimmer kan organiseren. We willen innovatieve ideeën en technologieën inzetten om doelstellingen beter te realiseren.
De organisatie wil onderzoek verrichten naar de meerwaarde van innovatieve technologieën voor diverse stedelijke processen en diensten. Hiermee is innovatie een thema dat doorheen verschillende aspecten en doelstellingen van onze organisatie loopt. Omwille van deze reden is ervoor gekozen om innovatie als transversaal thema te belichten binnen de strategische meerjarenplanning.

Innovatie wordt meer en meer een gekend begrip binnen de organisatie. Voornamelijk door diensten en collega’s die bij een concreet innovatietraject betrokken worden of binnen een bestaand projectidee een innovatieve insteek willen toevoegen. Hieronder worden enkele van deze projecten toegelicht: 

De eerste sensoren binnen het PIO duurzaam gedragen straatlicht project werden geplaatst en een digitaal infobord van Clear Channel werd geïnstalleerd. Deze twee cases werkten duidelijk inspirerend en gaven de start aan verschillende projecten met een gelijkaardige insteek. 

Hoewel nog niet allemaal geïmplementeerd, werd in 2021 de start gegeven voor het installeren van een digitaal scherm aan de inkom van het stadhuis in samenwerking met het Stadskantoor. Op die manier kunnen verplichte documenten en informatieve berichten op een dynamische manier gedeeld worden met de burger. Het is de bedoeling dit scherm in de toekomst ook interactief te maken.

Op gebied van sensoren werd tijdens dit jaar het PIO project zo goed als volledig geïnstalleerd. Naast het dynamisch aansturen van de verlichting (het juiste licht op het juiste moment verkrijgen) experimenteren we hier met volgverlichting, faunavriendelijke verlichting en geluidsensoren. Daarnaast  werd er ook verder gebouwd aan het Telraamplatform samen met de dienst Mobiliteit en werd de start gegeven voor een project rond wegdekmonitoring met de collega’s van Openbare Werken. 

Tenslotte waren er in 2021 ook een heleboel innovatiesubsidies. Verschillende collega’s zochten contact op en diverse projecten werden ingediend voor verschillende oproepen, waaronder City of Things call 2021 (project Slimme infoborden getrokken door Halle en project Slimme Markten getrokken door Hasselt), Gemeente zonder gemeentehuis (Project Phygital loket, Stedelijke App en optimalisatie beleidsportaal) en Slimme Regio waar een samenwerking met Haviland in het kader van luchtkwaliteit bekeken wordt.